Dinotha Vorswijk, minister van Grondbeleid en Bosbeheer in Suriname (GBB), ziet graag dat de Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP) nog een regeertermijn krijgt, zodat zij middels hetzelfde ministerie ervoor kan zorgen dat meer dan 43.000 percelen, die zij tijdens deze regeertermijn heeft uitgegeven, ook ontsloten kunnen worden.
Tijdens een online massameeting op STVS merkte de bewindsvrouw op dat veel van de percelen die zijn verdeeld, nog in het bos liggen, waardoor er nog geen beheersdaden uitgevoerd kunnen worden. Helaas merkt zij dat het ontsluiten van deze percelen geen prioriteit geniet bij coalitiepartner VHP.
“Maar bij mij lijkt het erop dat het ontsluiten geen prioriteit is voor de mensen met wie wij werken. Want als het wel een prioriteit zou zijn, dan zou ten minste één project ontsloten zijn. Ik wil de mensen die een perceel hebben gehad, wel vertellen dat, ook al kunnen zij hun perceel nu niet bereiken, morgen, overmorgen of over twee jaar dat wel kunnen.
Ook al kun jij nu nog niet bouwen, maar je kleinkinderen zullen wel een betere toekomst hebben”, zei de politica, die een oproep deed aan alle vrouwen in Suriname om zich aan te sluiten bij de ABOP.
Zijzelf heeft een team op GBB, waarvan 80% bestaat uit vrouwen. “En met trots kan ik zeggen dat wij een goede job hebben gedaan. Wij als vrouwen hebben ervoor gezorgd dat iedereen die bij ons aanklopte een gronddocument heeft ontvangen”, aldus Vorswijk.
Volgens de politica is ook het occupatieprobleem opgelost en hebben mensen rechtszekerheid.
Het bericht Vorswijk: “Ontsluiting duizenden percelen geen prioriteit bij de mensen met wie wij werken (VHP)” verscheen eerst op Waterkant.