De Surinaamse regering ziet haar geloofwaardigheid onder druk komen na kritiek op het gedrag van drie districtscommissarissen (dc’s). Volgens Ricardo die politicoloog is. hadden de dc’s Sherin Bansi-Durga (Saramacca), Josta Lewis (Kabalebo) en Maikel Winter (Coronie) moeten weten dat zij niet betrokken mochten zijn bij partijpolitieke propaganda. Hun betrokkenheid bij dergelijke activiteiten zou een “schending van ambtelijke neutraliteit” zijn, aldus de wetenschapper.
Deze kritiek volgt op officiële mededelingen van het Kabinet van de President, waarin wordt bevestigd dat de verzoeken tot ontheffing van de drie dc’s zijn ontvangen .
President Chan Santokhi heeft in gesprekken aangegeven de verzoeken te zullen honoreren, waarna de districtscommissarissen instructies krijgen over de overdracht aan waarnemers.
Commentaar
De situatie werpt vragen op over de scheiding tussen overheid en politiek in Suriname. Hoewel het ontheffingsproces formeel correct lijkt te verlopen, benadrukt Ricardo’s kritiek een dieper liggend probleem: als ambtenaren in hoogste functies partijdig optreden, ondermijnt dat het vertrouwen in de staat.
De snelle afhandeling van de ontheffingsverzoeken suggereert dat de regering de kritiek serieus neemt, maar het herstel van de publieke geloofwaardigheid vereist meer dan procedurele correctheid.
Het vraagt om structurele waarborgen voor neutrale bestuursvoering – een uitdaging waar de regering nog aan moet werken.