Wanneer politici en ambtenaren kruizen, keppeltjes of andere religieuze symbolen dragen, wordt dit gezien als ‘traditie’ of ‘religieuze vrijheid’. Maar wanneer moslims hun geloof zichtbaar beleven – via kleding, gebed of het opkomen voor hun rechten – worden ze gevraagd hun religie ‘binnenshuis te houden’ of als ‘geradicaliseerd’ bestempeld.
Deze dubbele standaard is duidelijk: terwijl sommigen hun religieuze identiteit gebruiken als legitimatie, worden moslims verwacht hun identiteit onzichtbaar te maken. Verzet tegen onrecht of openlijke geloofsbeleving maakt iemand geen terrorist – het maakt hen menselijk. Kritiek op onrechtvaardig beleid is nodig, maar hypocrisie over ‘secularisme’ moet worden blootgelegd.