Op 7 maart werd Brad Sigmon, een 67-jarige dubbelmoordenaar, geëxecuteerd door een vuurpeloton in South Carolina – de eerste executie op deze manier in 15 jaar. Sigmon, gekleed in een zwart pak en Crocs, werd om 18.00 uur de verlichte ‘dodenkamer’ binnengebracht. Vastgebonden in een stoel, met een witte roos op zijn borst, sprak hij zijn laatste woorden: een oproep om de doodstraf af te schaffen.
Om 18.05 uur vuurden drie vrijwillige beulen, gewapend met .308 Winchester-kogels, tegelijkertijd. De kogels, ontworpen voor maximale schade, vernietigden Sigmon’s hart bij impact. Zijn borstkas bewoog nog tweemaal voordat hij stierf. Een bloedvlek verspreidde zich vanuit een groot gat in zijn borst, terwijl een stukje hartweefsel zichtbaar werd.
Sigmon, die in 2001 zijn ex-vriendin en haar ouders mishandelde, werd om 18.08 uur dood verklaard. Zijn advocaat, Bo King, noemde de executie een “bloederig schouwspel” en bekritiseerde de gewelddadigheid ervan. De executie markeert een controversieel hoofdstuk in het Amerikaanse strafsysteem, waarbij de doodstraf opnieuw ter discussie staat.