In 1980 raakte Adolf Ratzka, een Duitse activist voor rechten van gehandicapten, gefrustreerd over hoe beslissingen over het leven van gehandicapten werden genomen zonder hun inbreng. Er wordt gezegd dat hij toen de uitdrukking “Nothing About Us Without Us” bedacht, die een wereldwijde beweging voor rechten van gehandicapten aanwakkerde en een sleutelrol speelde bij de aanneming van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Dit document veranderde de manier waarop overheden, instellingen en samenlevingen omgaan met handicaps, door het verhaal te verschuiven van liefdadigheid en medische zorg naar een verhaal van mensenrechten, inclusie en gelijke deelname.
Spoel 40 jaar vooruit en pleitbezorging is nog steeds relevant. Vandaag de dag is de focus verschoven naar een andere dringende uitdaging: het opbouwen van veerkracht en het waarborgen van de duurzaamheid op de lange termijn van kwetsbare gemeenschappen. Net zoals pleitbezorgers voor rechten van gehandicapten ooit vochten voor inclusie en gelijkheid, zetten de leiders van vandaag zich in om de voorbereiding op rampen te versterken, essentiële hulpbronnen veilig te stellen en het vermogen van kleine eilandstaten om externe schokken te weerstaan, te vergroten.
In het Caribisch gebied worden deze inspanningen geïllustreerd door leiders als Mia Mottley, premier van Barbados; Ralph Gonsalves, premier van St. Vincent en de Grenadines, en Dickon Mitchell, premier van Grenada, en anderen. Gezien de toenemende risico’s van orkanen, kusterosie en andere natuurrampen, hebben deze leiders consequent opgeroepen tot sterkere steun om de veerkracht te versterken en de toekomst van hun landen te beschermen. Mottley is in het bijzonder een uitgesproken voorstander van het verbeteren van financiële mechanismen waarmee kwetsbare landen effectief kunnen reageren op rampen en duurzame ontwikkeling kunnen veiligstellen.
Hun aanhoudende pleidooi diende als een oproep aan internationale organisaties, waaronder wij bij de Wereldbank, om onze ondersteuningsmechanismen te heroverwegen.
Als reactie op deze oproep hebben we onze ondersteuning en diensten uitgebreid en in 2024 onze Crisis Preparedness and Response Toolkit ontwikkeld — een uitgebreide reeks hulpmiddelen die landen, met name kwetsbare landen zoals die in het Caribisch gebied, helpen om beter te reageren op crises en zich voor te bereiden op toekomstige schokken.
De nieuwe toolkit is ontworpen om landen in staat te stellen snel en effectief te handelen in tijden van crisis. Het stelt landen in staat om financiering snel te heroriënteren waar het het meest dringend nodig is en biedt de mogelijkheid om een verbeterde catastrofeverzekering op te bouwen zonder extra schulden te maken. Een essentieel onderdeel van de toolkit is de Rapid Response Option, waarmee landen snel een deel van de ongebruikte financiering van de Wereldbank in hun portefeuille kunnen herbestemmen om te voldoen aan onmiddellijke noodbehoeften.
We bieden nu ook een Climate Resilient Debt Clause aan waarmee landen betalingen tot twee jaar kunnen pauzeren na een natuurramp, wat cruciale ademruimte biedt wanneer dat het hardst nodig is.
Bij de ontwikkeling van deze tools hebben we gezorgd voor flexibiliteit om tegemoet te komen aan de uiteenlopende behoeften van kwetsbare landen. Aanvankelijk dekte de Climate Resilient Debt Clause slechts twee soorten natuurrampen: tropische cyclonen en aardbevingen. Nadat we feedback hadden ontvangen van Caribische landen die te maken hebben met ernstige overstromingen, maar doorgaans niet worden getroffen door stormen, hebben we de reikwijdte van de schuldclausule uitgebreid. Het omvat nu alle natuurrampen, zoals droogtes en overstromingen, evenals gezondheidsnoodsituaties zoals pandemieën.
We hebben ook twee Caribische landen, Belize en Suriname, toegevoegd aan de International Development Association via de Small States Exemption. De International Development Association van de Wereldbank richt zich doorgaans op landen met een laag inkomen, maar de Small States Exemption erkent dat kleine landen unieke uitdagingen tegenkomen, waaronder een hoge kwetsbaarheid voor natuurrampen, beperkte schaalvoordelen en externe schokken, zelfs wanneer hun inkomensniveaus de gebruikelijke drempels voor in aanmerking komen overschrijden. Voor Belize en Suriname betekent dit dat beide landen toegang hebben tot concessionele financiering, speciale ondersteuning voor het aanpakken van rampenbestendigheid en grotere flexibiliteit in financieringsvoorwaarden. Dit is ook het resultaat van pleidooien door de leiders van deze landen.
Nu de Wereldbank zich blijft ontwikkelen om te voldoen aan de eisen van een veranderende wereld, blijft pleidooi ons kompas – het daagt ons uit om dieper te luisteren en effectiever te dienen. Omdat de echte maatstaf voor ontwikkeling niet alleen in beleid of programma’s zit, maar in de getransformeerde levens, de overbrugde ongelijkheden en de veerkracht die is opgebouwd voor toekomstige generaties.
De reis die voor ons ligt, is misschien niet gemakkelijk, maar met pleitbezorgers – zowel binnen als buiten onze organisatie – worden we eraan herinnerd wat mogelijk is: een wereld waarin geen enkele crisis met stilte wordt beantwoord en geen enkele gemeenschap er alleen voor staat.
Bron: authored by Lilia Burunciuc, World Bank Director for the Caribbean.